Klager vindt dat zijn huisarts ten onrechte de behandelrelatie heeft beëindigd en hem heeft uitgeschreven uit zijn praktijk. Heeft de huisarts terecht en voldoende zorgvuldig gehandeld?
De klacht
Volgens klager voldoet de huisarts niet aan zijn zorgplicht. De huisarts heeft hem eenzijdig, onterecht uitgeschreven uit de praktijk en weigert hem zorg te verlenen. Ook worden volgens klager vragen over zijn medische situatie niet door de huisarts beantwoord. Dit heeft negatieve impact op een letselschadezaak die klager voert. Volgens klager was er tijdens de behandelrelatie geen sprake van gebrek aan vertrouwen over en weer, zoals de huisarts stelt. Bovendien zou dat volgens hem geen gegronde reden zijn voor uitschrijving. Klager ontkent dat hij zich onheus en dreigend heeft opgesteld tegenover de huisarts en het praktijkpersoneel.
Het verweer
Klager is vanaf begin 2020 patiënt bij de huisarts. Al bij het eerste contact merkt de huisarts dat klager weinig vertrouwen heeft in ‘het systeem’. De huisarts besteedt daarom veel tijd en aandacht aan klager, in de vorm van gesprekken, verwijzingen en second opinions. Toch lukt het hem niet om klager gerust te stellen. Integendeel: de frustraties van klager richten zich steeds meer ook op de huisarts en zijn team. Over een langere periode voert de huisarts meerdere gesprekken met klager en zegt dat hij moet stoppen met dwingen en dreigen. Echter, dat doet klager niet en dit leidt ertoe dat de huisarts klager na meerdere gesprekken adviseert een andere huisarts te zoeken. Omdat klager zich bij herhaling grensoverschrijdend heeft gedragen, vindt de huisarts dat in redelijkheid niet meer van hem kan worden gevergd om de behandelrelatie voort te zetten.
Na zeven maanden heeft de huisarts nog geen verzoek van een opvolgend huisarts gekregen om het dossier van klager over te dragen. Hij informeert klager per aangetekende brief dat hij binnen twee weken wordt uitgeschreven uit de praktijk. Zolang klager geen andere huisarts heeft, kan hij voor spoedzorg nog wel bij de huisarts terecht. Wanneer klager meldt dat hij geen andere huisarts kan vinden, vertelt de huisarts hem dat hij zich kan inschrijven bij een andere huisarts in dezelfde wijk. Klager wijst deze oplossing af en dient een geschil in bij de geschillencommissie. De huisarts is van mening dat hij klager altijd adequate zorg heeft geboden en toont dat ook aan vanuit het dossier.
De uitspraak
Volgens de geschillencommissie mag een arts de behandelingsovereenkomst met een patiënt onder bepaalde omstandigheden opzeggen. Hierbij is de KNMG-richtlijn ‘Niet-aangaan of beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst’ van toepassing. Op basis van het medisch dossier van de patiënt en de verklaringen van assistentes waaruit blijkt dat zij het gedrag van de patiënt als bedreigend hebben ervaren, concludeert de geschillencommissie dat er inderdaad een gewichtige reden was om de behandelrelatie te beëindigen. Volgens de commissie heeft de huisarts dit voldoende zorgvuldig gedaan en heeft hij ook aangegeven spoedzorg te blijven verlenen. Verder is nergens uit gebleken dat de huisarts weigerde vragen over de medische situatie van de klager te beantwoorden. De geschillencommissie acht de klacht daarom ongegrond.