Een klager dient een klacht in tegen de huisartsenpost. Die weigerde hem een spoedconsult, de daarna ingeschakelde hulpdienst 112 constateerde een hartinfarct.
De klager wil een uitspraak van de geschillencommissie. Hij vraagt excuses van de huisartsenpost en vordert een immateriële schadevergoeding.
Het geschil | De klager, een hartpatiënt, had twee nachten achter elkaar pijn op de borst. De eerste nacht belde hij om 00.45 uur naar de huisartsenpost. Hij werd meteen door de dienstdoende huisarts gezien. Die zag geen aanwijzingen voor een hartinfarct, maar dacht aan een maagprobleem. De klager kreeg daarbij passende medicatie voorgeschreven.
De tweede nacht kwamen de klachten in verergerde vorm terug. Om 4.30 uur belde de patiënt opnieuw met de huisartsenpost. De triagist meldde na overleg met de huisarts dat de patiënt extra medicatie mocht nemen en eventueel om 8 uur langs kon komen voor een consult. De patiënt bleef erop aandringen dat de huisarts langs zou komen, maar de triagist bleef dat afhouden. Ten einde raad belde de klager daarna naar 112. De hulpdienst kwam meteen. De ambulancemedewerkers constateerden een hartinfarct.
De klager vindt dat de huisartsenpost een onjuiste inschatting heeft gemaakt van zijn klachten. Als hij 112 niet had gebeld, zou hij er niet eens meer zijn geweest. Hij wil dat de huisartsenpost excuses maakt, de kosten voor rechtsbijstand vergoedt en 950 euro smartengeld betaalt.
Het verweer | Volgens de huisartsenpost hebben de dienstdoende huisartsen zorgvuldig en volgens de geldende professionele standen gehandeld. De patiënt had het advies gekregen om extra medicatie te nemen én om bij aanhoudende klachten of verergering weer contact op te nemen.
De uitspraak | De geschillencommissie is van oordeel dat een patiënt met een voorgeschiedenis van hartklachten die in korte tijd voor de tweede keer belt, ook in de tweede nacht door een huisarts gezien had moeten worden. Ook al waren de klachten atypisch voor hartklachten en leek er meer sprake te zijn van maagklachten, dan nóg waren de klachten dusdanig heftig dat van de patiënt niet gevraagd kon worden om meer dan drie uur te wachten op een consult.
De geschillencommissie vindt dat de huisartsenpost te veel doorging op de klachten van de nacht ervoor en daarmee onvoldoende oog had voor de nieuwe signalen die de patiënt gaf. Bij een patiënt die niet bekend is bij de huisarts, zoals bij een huisartsenpost vaak het geval is, is het volgens de commissie nog meer van belang om te waken voor een tunnelvisie.
De geschillencommissie acht de klacht van de klager dan ook gegrond. De 950 euro smartengeld wordt niet toegewezen. Hiervoor is onvoldoende onderbouwd dat de patiënt geestelijk letsel heeft opgelopen en in zijn persoon is aangetast. De kosten van de rechtsbijstand moeten wel door verweerder worden betaald.