Een onterfde zoon wil een afschrift van het medisch dossier van zijn overleden vader. Daarmee hoopt hij te bewijzen dat de vader al dement was toen hij zijn testament wijzigde ten gunste van de mantelzorger.
De huisarts van de vader beroept zich op haar beroepsgeheim en wil het dossier niet verstrekken. Dat wordt een geschil.
De klager heeft een zwaarwegend belang om toegang tot het patiëntendossier van zijn overleden vader te vragen. Hij wil ermee bewijzen dat zijn vader wilsonbekwaam was ten tijde van de testamentswijziging. Daarmee kan hij het testament aanvechten.
Een zwaarwegend belang kan inderdaad reden zijn om het medisch beroepsheim te doorbreken. De huisarts erkent ook dat de klager een zwaarwegend belang heeft. Toch antwoordt ze de zoon, na overleg met de KNMG, dat ze hem geen afschrift van het medisch dossier zal verstrekken.
Een zwaarwegend belang alleen is volgens haar onvoldoende om het medisch beroepsgeheim te doorbreken. De klager zou de informatie die hij nodig heeft, ook op een andere, minder ingrijpende manier kunnen verkrijgen. Mogelijk kan hij verklaringen krijgen van de notaris, familieleden, de thuiszorg of andere getuigen, die hem kunnen helpen het testament aan te vechten.
De klager vindt dat antwoord niet terecht en stapt daarom naar de geschillencommissie.
De geschillencommissie is van oordeel dat niet is gebleken dat de klager in bewijsnood is gekomen bij een procedure om het testament aan te vechten. Uit de informatie van de klager blijkt juist dat hij al over andere stukken beschikt, zoals een deel van het medisch ziekenhuisdossier en een rapportage van de thuiszorg over de vader.
Ook al lijdt de klager mogelijk (financieel) nadeel en is hij mogelijk in zijn belang geschaad, dat feit alleen is dus onvoldoende reden om het medisch beroepsgeheim te doorbreken. Zou de klager in bewijsnood zijn gekomen, omdat hij op geen andere manier kon aantonen dat zijn vader dement was ten tijde van de testamentswijziging, dan had de afweging anders kunnen uitpakken. Maar in deze situatie heeft de huisarts het belang van geheimhouding terecht zwaarder laten wegen. De commissie acht de klacht ongegrond (14 december 2020).